Het is stil in de klas. Leerlingen fluisteren zachtjes of werken in hun schrift. Klinkt ideaal, toch? Maar niet als je een spreekvaardigheidsoefening Engels doet—dan wil je juist dat ze praten!

Veel leerlingen ervaren onzekerheid bij het spreken van een vreemde taal: “Hoe zeg ik dit ook alweer?” of “Spreek ik dit wel goed uit?” Niets zeggen, of toch maar zachtjes in het Nederlands praten is in een klassikale setting voor leerlingen toch wat veiliger. Voor jou als docent is het een uitdaging om dat te doorbreken. Meeluisteren maakt leerlingen vaak juist ongemakkelijker, maar ze praten niet altijd uit zichzelf. Hoe help je hen meer zelfvertrouwen te krijgen in het spreken in een vreemde taal?

Tips om het spreken te stimuleren:

• Werk in kleine groepjes of tweetallen

Laat leerlingen samen oefenen in tweetallen of groepjes die ze zelf hebben gekozen. Dat verlaagt de drempel om te durven spreken.

• Opnames laten maken

Laat leerlingen hun gesprek opnemen, thuis of in de klas. Zo kunnen ze in hun eigen tempo oefenen en hun beste versie uploaden in Simulise. Dit stimuleert hen om het écht te doen.

• Single-point rubric gebruiken

Evalueer de opnames met een rubric waarin je vooral complimenten geeft en beperkt corrigeert. Zo zorg je voor positieve ervaringen en groeit het zelfvertrouwen.

• Regelmatig oefenen

Door herhaling wennen leerlingen aan spreek- en gespreksvaardigheid. Zo durven ze steeds meer gesprekssituaties aan te gaan.

• Taalportfolio opbouwen in Simulise

Bewaar de opnames, zodat leerlingen hun voortgang kunnen volgen en feedback kunnen teruglezen. Dit geeft hen inzicht in hun groei door het schooljaar heen en dus meer zelfvertrouwen!

Met deze aanpak breng je het rumoer terug in je klas—en dit keer in het Engels!

Geschreven door: Anne-Wil